Amsterdam vanuit de lucht in 1538
door Tom van der Molen
Cornelis Anthonisz koos voor dit schilderij een voor die tijd bijzonder perspectief: namelijk vanuit de lucht. Elke kerk, klooster, huis en stadspoort is afgebeeld, zelfs het galgenveld in de hoek. Het werk werd in opdracht van de stadsregering gemaakt. Het gekozen standpunt met de haven en schepen op de voorgrond moest de beschouwer duidelijk maken dat Amsterdam een handelsstad was.
Dit schilderij uit 1538 is, zover bekend, de oudste plattegrond van Amsterdam. Eigenlijk is het een kruising tussen een plattegrond en een stadsgezicht. Door een standpunt hoog in de lucht te kiezen wist Cornelis Anthonisz het gedetailleerd weergeven van de gebouwen te combineren met de mogelijkheid de loop van stadsmuur, wegen, rivier en sloten te tonen. Halverwege de Amstel, die de stad in tweeën deelt, is de Dam goed herkenbaar.
Rechts aan het plein is het Oude Stadhuis te zien, met het torentje in het midden. Daarnaast staat de Nieuwe Kerk. De Oude Kerk is het grote gebouw met de toren tussen de Dam en de monding van de Amstel. Links daarvan markeert de Sint Antonispoort (tegenwoordig de Waag) de oostelijke rand van de stad. Meer naar de haven toe staat de Scheierstoren, hier nog in functie als hoektoren van de stadsomwalling. Rechtsonder op het schilderij steekt een puntje van de landtong de Volewijck het beeld in. Waar tegenwoordig de pont naar stadsdeel Noord aankomt, was toen een galgenveld
In de stadsrekeningen van 1538 wordt de betaling van het schilderij vermeld: ‘Cornelis Anthonisz, schilder, van dat hy dese stede voor mijnen heere van Bossu gecontrefaict heeft om der Keyserlycke Majesteyt voorts te thoonen. Blyckende by ordonnantie ende quitantie hier overgelevert de somme van 6 libra [pond].’ Het zal de bedoeling zijn geweest dat Jan van Hennin, Heer van Bossu, de vertegenwoordiger van Karel V in Amsterdam, het schilderij aan de keizer zou laten zien. Het lijkt er echter op dat het schilderij altijd in Amsterdam is gebleven. Daar zou Karel V het alsnog bewonderd kunnen hebben toen hij in 1540 Amsterdam bezocht.
Bij de brand van het Oude Stadhuis in 1652 raakte het paneel beschadigd. Niet lang daarna zal het gerestaureerd zijn. Het is aannemelijk dat Jan Micker de restaurator was. Hij maakte in ieder geval een vrije kopie naar het schilderij in die jaren.