Maak een ode
English
Vva collage klein

Uitgelicht

Vrouwen van Amsterdam - een ode

Impact, kunst en verhalen die de stad verrijken

14 dec 2024 - 31 aug 2025
Amsterdam Museum aan de Amstel

Ode aan Marijke Ouëndag-Van Lis | Haar energie, scherpe blik op de omgeving en haar drie kinderen inspireerden haar om zelf te ontwerpen en te maken

Door Manon Fonteijn24 juni 2024
Marijke op woezel Molenwijk

Marijke op woezel Molenwijk

Spelende kinderen op een woezel in de Molenwijk ter plaatse van de flat Tjasker, augustus 1972.  Foto Archief van de Dienst
Ruimtelijke Ordening  Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Spelende kinderen op een woezel in de Molenwijk ter plaatse van de flat Tjasker, augustus 1972. Foto Archief van de Dienst Ruimtelijke Ordening Beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Het apezuur vervelen
Het verhaal van de woezels is begonnen in het boek Winnie de Poeh van de Engelse schrijver A.A. Milne. Zwervend door het bos ontdekte Winnie voetstappen en riep: “Hier lopen wilde
woezels rond.” Vervolgens tekende het dochtertje van Marijke Ouëndag-Van Lis (1937) ergens in 1970 een fantasievol beest en toen dacht moeder Marijke: dit ga ik maken. En zo ontstonden de door Ouëndag-Van Lis gecreëerde speelobjecten, oftewel woezels.

Het plan om zelf woezels te maken ontstond uit onvrede over de weinige ontplooiingskansen als moeder en frustratie over de leefomgeving met weinig aandacht voor het kind. Ouëndag-Van Lis had sociale psychologie gestudeerd, trouwde met een architect en kreeg kinderen. Dat leven viel haar tegen: “Je ontdekt dat je in een stedelijke omgeving leeft die niet op het kind berekend is. Dat geeft een enorme spanning voor moeder en kind. Je moet elk sociaal contact voor je kinderen zelf verzorgen, wil je ze tenminste niet te pletter laten rijden op straat.”

Uit die gedachte richtte Ouëndag-Van Lis samen met haar vriendinnen een peuterzaal op, genaamd Marijke. Dat werd een groot succes, tot verbazing van Ouëndag-Van Lis en haar vriendinnen: “Het liep storm en wij verbaasden ons over het enorme arbeidspotentieel bij jonge moeders die zich in het dagelijks leven het apezuur vervelen.” De peuterspeelzaal smaakte naar meer, dus richtte Ouëndag-Van Lis zich op een ander onderdeel van de ontwikkeling van kinderen: speelplaatsen en -gelegenheden. Volgens Ouëndag-Van Lis hadden deze in Nederland
altijd een restfunctie gehad en waren ze monotoon van aard, terwijl ze in Amerika prachtige voorbeelden had gezien tussen de grote flats van New York.

Woezels bij Molenwijk, 2018.  Foto Edwin van Eis, fotobank gemeente Amsterdam (36067)

Woezels bij Molenwijk, 2018. Foto Edwin van Eis, fotobank gemeente Amsterdam (36067)

Een woe(ze)lige start
Geïnspireerd ging Ouëndag-Van Lis aan de slag. De eerste woezel werd in de Delftse huiskamer gecreëerd, maar voldeed nog niet: het materiaal was niet sterk genoeg. Ouëndag-Van Lis besloot hierop hulp te zoeken van de industriële sector. Dat lukte en ze werkte maandenlang in een bedrijf dat polyester verwerkte. Over deze periode lichtte ze in een interviewartikel met De
Tijd toe: “Ik heb de problemen van die fabrieksmensen gedeeld en ik ontdekte een heel andere wereld. In het begin keken die mannen vreemd tegen me op, zo van: “Wat moet je nou met zo’n huistut”. Inderdaad, ik wist in het begin het verschil niet tussen een moer en een schroef, maar die mannen wisten niet hoe ze een taart moeten bakken, we stonden dus eigenlijk quitte en na een tijdje ben ik geaccepteerd.” De eerste onverwoestbare woezels ontstonden kort daarna.

Woezels in het Amstelpark, september 1972.  Bron Archief van de Dienst Ruimtelijke Ordening  Beeldbank Stadsarchief
Amsterdam

Woezels in het Amstelpark, september 1972. Bron Archief van de Dienst Ruimtelijke Ordening Beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Woezelflat op de Floriade van 1972
Eén van de eerste woezels van Ouëndag-Van Lis werd gepresenteerd op de manifestatie ‘Kind en Leefmilieu’, dat in juni 1972 onderdeel was van de Amsterdamse Floriade. In de grote Expohal
nabij de Europaboulevard werden verschillende films en foto’s van kinderen en hun omgeving tentoongesteld, zowel binnen- als buitenshuis. Ook werd in de hal een creatieve werkplaats voor
kinderen ingericht, waar werd getekend, geschilderd en gebouwd. Buiten de hal was een marktplein gecreëerd waar onder andere kon worden gehinkeld, geklommen of gespeeld met
zand. Een eyecatcher op het plein was de 5,5 meter hoge en gekleurde woezelflat van Ouëndag- Van Lis, een ‘totempaal-achtige constructie’ bestaande uit een glijbaan en ‘armen’ waaraan door middel van grote ballen schommels waren gemaakt. Volgens NRC Handelsblad was het de woezelflat die de jonge kinderen van prinses Beatrix en Claus tijdens de opening ‘blijkbaar nogal verbijsterde’. De woezelflat werd een succes en leverde maakster Ouëndag-Van Lis opdrachten door het hele land op. Na afloop van de Floriade ging wethouder Han Lammers op zoek naar een plek voor de woezelflat, die gemeentelijk bezit was. In maart 1973 werd een geschikte plek gevonden: een lege kavel in De Pijp waarop kort daarvoor de Sint Willibrorduskerk was gesloopt.

De woezelflat van de Floriade werd in 1973 herplaatst op het terrein van de afgebroken Sint Willibrorduskerk. Datering 19 mei
1973.  Foto Collectie G. L. W. Oppenheim (1906-1984)  Beeldbank Stadsarchief Amsterdam

De woezelflat van de Floriade werd in 1973 herplaatst op het terrein van de afgebroken Sint Willibrorduskerk. Datering 19 mei 1973. Foto Collectie G. L. W. Oppenheim (1906-1984) Beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Woezelfamilie en kindertjesboom
Na de Floriade verschenen steeds meer woezels in de stad. Zo maakte Ouëndag-Van Lis in opdracht van de gemeente Amsterdam een woezelfamilie voor de Molenwijk in Amsterdam-
Noord, een autovrije wijk in een parkachtige omgeving die alleen maar uit flats bestaat. Behorend tot deze woezelfamilie zijn de 2 visarenden (1978) aan de Zaanhof in de Spaarndammerbuurt. Ook voor steden als Voorburg en Zoetermeer ontwierp Ouëndag-Van Lis woezels. De meeste woezels fungeren nog steeds.

Een bijzonder woezelproject was de kindertjesboom in de Kalmoesstraat in Amsterdam-Noord uit 1975, een speelobject dat door de in 1955 opgerichte Vereniging van Bedrijven uit
Amsterdam-Noord (VEBAN) cadeau werd gedaan. Het werd geschonken in verband met de 700e verjaardag van Amsterdam. Inspiratie voor de kindertjesboom was een oud Amsterdams
verhaaltje dat de vraag beantwoordt waar kinderen vandaan komen. J. A. Groen jr. beschreef dit verhaal in zijn boek Rondom Volewijck en Tolhuistuin. Een historische wandeling door
Amsterdam-Noord en zijn randdorpen, tevens geschreven en gepubliceerd in het kader van het 700-jarig bestaan van Amsterdam. Het speelobject aan de Kalmoesstraat werd uiteindelijk door brand verwoest.

Wethouder van Onderwijs en Jeugdzaken Rudi van der Velde (CPN) nam het speelobject aan de Kalmoesstraat  Floraweg in
Amsterdam-Noord op 4 oktober 1975 in gebruik.  Foto ANEFO  Collectie Stadsarchief Amsterdam foto’s  Beeldbank
Stadsarchief Amsterdam

Wethouder van Onderwijs en Jeugdzaken Rudi van der Velde (CPN) nam het speelobject aan de Kalmoesstraat Floraweg in Amsterdam-Noord op 4 oktober 1975 in gebruik. Foto ANEFO Collectie Stadsarchief Amsterdam foto’s Beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Een grauwe omgeving
Het succes van de woezels maakte Ouëndag-Van Lis blij, maar eveneens kritisch. Zelf sprak ze van ‘een succes van een eenoog in het land der blinden’. Liever zag ze haar woezels niet als
kunstobjecten. Ze vond kunst niet discutabel, maar iets dat ‘direct in een elitehoekje’ werd geduwd. Eenieder die een woezel ziet, moest denken het zelf ook te kunnen maken, aldus de
filosofie van Ouëndag-Van Lis. Zelf had Ouëndag-Van Lis ook geen opleiding in de kunstrichting gedaan en was ze huisvrouw, maar haar energie, scherpe blik op de omgeving en haar drie kinderen inspireerden haar om zelf te ontwerpen en te maken. Haar ontwerpen sloot ze aan op de leefwereld van kinderen, zodat deze in haar speelparadijzen een herkenningspunt zagen op de speelterreinen bij de woongebouwen. Met haar kleurige woezels poogde Ouëndag-Van Lis ‘het grauwe en grootstedelijke milieu voor kinderen’ speelser en boeiender te maken. En die
opgave is er een van alle tijden.

Woezel in de vorm van 2 visarenden in de speelplaats aan de Zaanhof, september 1981. In deze woezel bevindt zich een
waterinstallatie die wordt beheerd door de bewoners, waardoor de woezel op zomerse dagen een waterstraal uit de snavel kan
spuiten. | Foto: Archief van de Dienst Ruimtelijke Ordening / Beeldbank Stadsarchief Amsterdam. Informatie over de
waterinstallatie geraadpleegd via het Amsterdam Museum

Woezel in de vorm van 2 visarenden in de speelplaats aan de Zaanhof, september 1981. In deze woezel bevindt zich een waterinstallatie die wordt beheerd door de bewoners, waardoor de woezel op zomerse dagen een waterstraal uit de snavel kan spuiten. | Foto: Archief van de Dienst Ruimtelijke Ordening / Beeldbank Stadsarchief Amsterdam. Informatie over de waterinstallatie geraadpleegd via het Amsterdam Museum

Een aangepaste versie van deze ode verscheen eerder in de rubriek ‘Erfgoed van de Week’ van de Gemeente Amsterdam. Erfgoed van de Week | Woezels: fantasievolle speelwezens
uit de jaren 70 - Gemeente Amsterdam

Over

Ode van Manon Fonteijn aan Marijke Ouëndag-Van Lis.

Marijke Ouëndag-Van Lis heeft zich hard gemaakt voor de speelmogelijkheden van kinderen en kunst in de openbare ruimte in onze stad. Ze nam hiertoe vanuit eigen onvrede initiatief, ging in de leer in een fabriek met alleen maar mannen én haar werk bestaat nog steeds: dat doorzettingsvermogen bewonder ik.

Marijke op woezel Molenwijk

Marijke Ouëndag-Van Lis

Marijke heeft zich hard gemaakt voor de speelmogelijkheden van onze kleinste bewoners en kunst in de openbare ruimte in Amsterdam. In de jaren 70 bedacht, ontwierp en maakte zij speelobjecten voor kinderen uit de stad: kleurrijke woezels.

Tags

Maak een ode
  • Zien & Doen
  • Verhalen & Collectie
  • Tickets & Bezoek
  • Tentoonstellingen
  • Rondleidingen
  • Families
  • Onderwijs
  • Nieuws
  • Nieuwsbrief
  • Publicaties
  • AMJournal
  • Vrouwen van Amsterdam

Hoofdpartners

gemeente amsterdam logo
vriendenloterij logo

Hoofdpartner Educatie

elja foundation logo
  • © Amsterdam Museum 2024