Ode aan Hendrika Elisabeth JansenZwarte Riek

Hendrika Elisabeth Jansen/Zwarte Riek, fotograaf: Jack de Nijs voor Anefo, collectie Nationaal Archief
Amsterdamser dan het leven van Rika Jansen krijg je het niet. Haar kinderjaren speelden zich af op straat; de Lindengracht en de Herenmarkt. Ze maakte naam als zangeres in Carré en het Rembrandtpleintheater. Aan haar opvallende ravenzwarte haar dankt zij haar artiestennaam Zwarte Riek.
Op 8 oktober 1924 kregen de Amsterdamse vishandelaar Johan Leonard Jansen en zijn vrouw Hendrika Elisabeth Donker er een derde kind bij: Hendrika Elisabeth, roepnaam Rika. Er zouden nog 2 kinderen volgen. Met vijf kinderen was het sappelen geblazen, geld was altijd een grote zorg. Pa verkocht gebakken vis op de Lindengracht. Ma hielp mee in de viskraam en verdiende bij door in buurtcafés achter de tapkast te staan. Met ouders die altijd werken kunnen kinderen door de stad gaan zwerven. Zo kon het gebeuren dat Rika als jong meisje in het water van de Geldersekade viel en daar tyfus en de ziekte van Weil aan over hield.
Rika zat op de Christelijke school aan de Lindengracht en was een goede leerling. Maar op haar dertiende moest ze toch gaan werken omdat er voor vervolg-onderwijs geen geld was. Haar eerste baan was bij een sigarettenfabriek in Amsterdam-Noord, daarna kwam ze aan de lopende band te staan bij de firma Honig in Koog-Zaandijk. Intussen droomde Rika van een artiestenbestaan. Samen met haar oudste broer Leendert vormde ze een tapdansduo dat optrad bij bruiloften en buurtfeesten. Op het podium kwam ze pas echt tot leven!
Tijdens de oorlog kreeg Rika een relatie met een getrouwde man die werd weggevoerd voor de Arbeitseinsatz. Toen ze zwanger van hem bleek, bood een jeugdvriend aan met haar te trouwen. Dat gebeurde in 1944. Twee maanden later beviel Rika van een gezonde dochter. Het huwelijk hield geen stand. Rita was jong, ze wilde geen huisvrouw zijn maar de wereld ontdekken.
In 1947 kreeg Rika het aanbod mee te doen in een acrobatennummer van haar aangetrouwde tante Greetje Boltini. Als duo kregen de dames een contract bij een Haarlemse dancing. Het was de eigenaar die door het lange zwarte haar van Rika op het idee kwam haar te laten optreden als de Portugese zangeres Rosita Lavièro. Dat ging goed totdat ze op een avond werd ontmaskerd door een groepje Amsterdammers die haar herkenden als dochter van de man van de viskraam. Vanaf dat moment wilde Rika niet meer voor een Portugese doorgaan.
En dat hoefde ook niet want via via kreeg Rika de kans om als zangeres mee te doen aan een variété-achtig revue in theater Carré. Het was een begin van een zangcarrière. Met haar rode baaien rok en witte blouse kreeg ze vanaf 1956 onder de naam Zwarte Riek succes als zangeres van het Jordaanrepertoire. Het lied ‘M’n wiegie was een stijfselkissie’, geschreven door haar levenspartner en manager Kees Manders, werd (en is) haar grootste hit.
Tot ver in de jaren ’70 stond Rika in de schijnwerpers. In haar kroeg Moulin Rouge en in het Rembrandtplein-theater trad ze op in glitterjurken met torenhoge verentooien. Ze deed ook shows in het buitenland, bijvoorbeeld in Cannes. Met het gevoelige lied ‘Amsterdam huilt’, ook geschreven door Kees Manders, liet ze ook nog een heel andere kant van zichzelf zien. Ze bezingt daarin de Joodse sfeer die voor de oorlog zo kenmerkend was voor de Amsterdamse binnenstad.
In 1979 overlijdt Kees. Rika’s carrière raakt in het slop. Ze verhuist van Amsterdam naar Zandvoort en daarna naar het Zuid Spaanse Fuengirola. Ze trouwt nog een keer, ze scheidt weer en keert tenslotte terug naar Zandvoort waar ze op 21 januari 2016 sterft, ze is dan 91.
Over
Ode van Clare Kroes, De Zaak Muurbloem, aan Hendrika Elisabeth Jansen.
Onder haar artiestennaam Zwarte Riek heeft zij het Amsterdamse levenslied op de kaart gezet.

Hendrika Elisabeth Jansen
Onder haar artiestennaam Zwarte Riek heeft zij het Amsterdamse levenslied op de kaart gezet.