Ode aan Truus Wijsmuller“Als je kunt helpen, moet je helpen!”
Het beeld voor Truus Wijsmuller heeft een schitterende plek op de Gewelfde Stenenbrug in Alkmaar. Het werd op 1 juli 2020 onthuld. Waarom kreeg Truus zo’n imponerend beeld in haar geboortestad?
Truus Wijsmuller bij haar borstbeeld, 1965, fotograaf: Ron Kroon (ANEFO), collectie Nationaal Archief
Een borstbeeldje
In 1965 kreeg Truus Wijsmuller ook al eens een standbeeld. Of liever: een borstbeeldje. Dat was in Amsterdam, in de tuin van het Prinses Beatrixoord, een kinderpaviljoen bij het Parkziekenhuis, dat Truus had helpen oprichten. Want niet alleen voor of in de oorlog waren Truus’ daden groot. Ook daarna bleef zij zich inzetten voor de samenleving. Bij de onthulling sprak wethouder J. Tabak: “Een onverwoestbare liefde voor allen die lijden. Zij heeft niet alleen zitting gehad in de Amsterdamse gemeenteraad, maar heeft zich ook zeer verdienstelijk gemaakt met werk voor de Anne Frank Stichting, voor de Stichting Blijvend Applaus (voor verarmde artiesten), voor Vrouwenhulp voor bejaarden en als secretaris van het Beatrixoord.” Alles als vrijwilliger. En dan vergat de wethouder nog haar mooie werk voor de ziekenhuizen van Suriname en de Nederlandse Antillen, voor de vakopleiding voor Joodse jongens en meisjes, die naar Israël wilden emigreren, voor betere scholen en woningen in Amsterdam, voor de organisatie van het vrijwilligerswerk en de vrouwenemancipatie, voor het recht op abortus. En dan zijn we nog niet compleet. In het borstbeeld staan drie woorden gegrift: Bellatrix (strijdbaar), Vigilans (volhardend) en Beatrix (liefdevol).
Strijdbaar en volhardend
Toen Truus op 30 augustus 1978 overleed mocht zij terugzien op een zeer goed besteed leven. Het Beatrixoord in Amsterdam werd in de laatste jaren van haar leven gesloten. Er moesten huizen worden gebouwd en het borstbeeldje stond in de weg. In arren moede nam Truus het maar mee naar huis en zette het in de gang. De gemeente Amsterdam toonde er geen belangstelling meer voor. Truus had niet alleen vrienden gemaakt. Juist haar karaktertrekken ‘bellatrix’ en ‘vigilans’, strijdbaar en volhardend, zorgden wel eens voor botsingen in de politiek van de Amsterdamse gemeenteraad. Van de latere PvdA-burgmeester Wim Polak is bijvoorbeeld bekend, dat hij in het stadhuis een omweg maakte als hij aan het eind van de gang Truus zag aankomen. Was men blij dat men van Truus en haar beeldje af was?
Truus Wijsmuller, datum en maker onbekend, collectie Stadsarchief Amsterdam
Maar haar familie vond het terecht te gek voor woorden, dat die openbare hulde (wie krijgt er van de overheid een borstbeeld bij zijn leven?) in de gang terecht was gekomen van Truus’ flat in Buitenveldert. Men kreeg het voor elkaar, dat er een nieuwe locatie werd aangeboden. Het beeldje mocht alsnog naar het Bachplein, waar het begin december 1978 werd geplaatst. Maar of dat van harte ging?
In De Telegraaf van 13 december 1978 verscheen een groot artikel met de verontrustende kop: “Teleurstelling rond beeld “Tante Truus”. En de eerste alinea’s gooien er nog een schepje bovenop: ”De vrienden van het overleden Amsterdamse VVD-gemeenteraadslid “Tante Truus” Wijsmuller zijn diep teleurgesteld. De wijze waarop het beeld van deze legendarische vrouw op het Bachplein onthuld is, vinden ze beneden peil.” Hoe dat zo? Nou, er waren geen officiële uitnodigingen verstuurd, klaagde de voorzitter van de VVD-afdeling Amsterdam. Hij woonde toevallig zelf op het Bachplein en daardoor ontdekte hij wat er stond te gebeuren. Ook de ambassadeur van Suriname sprak er zijn verwondering over uit, dat hij er via via achter moest komen. Natuurlijk wilde hij wat zeggen over de vrouw, die liefkozend in Suriname de “echte koningin van Nederland” werd genoemd, vanwege haar mooie werk voor de armlastige ziekenhuizen aldaar. En dan had burgemeester Wim Polak het niet de moeite waard gevonden om te verschijnen. Hij had een hekel aan Truus, maar ja, nu was ze dood en kon hem toch niet meer lastig vallen. Zijn vervanger, wethouder Kuijpers, meldde dat Truus zo trots zou zijn geweest op de zilveren legpenning van de stad Amsterdam. Terwijl haar vrienden er schande van spraken, dat haar reddingswerk voor duizenden kinderen, ook veel Amsterdamse, kennelijk geen goud waard was geweest. Amsterdam was in die jaren een geducht bolwerk van de PvdA. Speelden er partijpolitieke ruzies een rol bij de ‘onderwaardering’ van kritisch VVD-lid Truus Wijsmuller, vroeg men zich openlijk af in de krant?
Ze bleek zelfs de Gestapo te sterk
Truus Wijsmuller was voor de Tweede Wereldoorlog geen publieke persoonlijkheid. Haar doortastende en dappere werk voor de joodse vluchtelingenkinderen was alleen bekend bij een kleine kring direct betrokkenen. In de oorlog ging ze voor onderduikers en uitgehongerde kinderen door met haar moedige, levensgevaarlijke acties. Door haar forse optreden en haar soms gewoonweg brutale houding bleek ze zelfs de Gestapo te sterk. Meteen na de oorlog werd ze gevraagd toe te treden tot de nood-gemeenteraad van Amsterdam. In de twintig jaren erna werd ze steeds op grond van voorkeurstemmen in de gemeenteraad gekozen. En als er hulp nodig was in binnen – of buitenland was Truus bereid zich tot het uiterste voor de goede zaak in te spannen. Zo kreeg ze indrukwekkend veel voor elkaar. Ze was in de media een veel besproken fenomeen, in honderden krantenartikelen uit het hele land uit de periode van de jaren 50-60-70 worden haar acties besproken en geroemd. Haar felle politieke stellingname komt ook ruim aan bod, niet altijd met waardering.
Truus’ paspoort van 11 november 1939.
Na haar dood in 1978 wordt het snel stil rond haar. In 2020 lijkt ze helemaal vergeten. Als we in 2018 met de actie voor een standbeeld donaties beginnen te werven voor het jaar, 2020, dat ‘75 jaar vrijheid’ wordt herdacht zijn er weinig mensen, die haar naam nog kennen. Ook een fraai artikel over Truus in Oud Alkmaar van 2015 heeft weinig bijgedragen aan haar bekendheid. Maar daar is nu verandering in gekomen. Haar biografie “Geen tijd voor tranen”, nu ook als e-book, de roman ‘Sara, het meisje dat op transport ging’, de documentaire “Truus’ Children”, de Amerikaanse romans “Last train to London” (“Laatste trein naar vrijheid”, van Meg Waite Clayton) en “De wind kent mijn naam” (van Isabel Allende), de toneelstukken “Tante Truus en Mammie Mies” en “Waarom Truus?” en de straatnaam voor Truus in een mooie, nieuwe, kinderrijke, Alkmaarse woonwijk hebben haar naam weer een vertrouwde klank gegeven.
Passend eerbetoon
In die sfeer kunnen we Truus steeds en vooral op elke 21 april, – haar geboortedag – , met het nieuwe beeld in het hart van Alkmaar in herinnering roepen. We zullen genieten van de krachtige karaktervolle uitstraling, die ons aanspoort op te komen voor kinderen die hulp nodig hebben.
In Alkmaar zien we het beeld van Tante Truus aan. We zullen van haar houden als van een dochter van Alkmaar, strijdbaar, volhardend en liefdevol. En we horen haar tegen ons zeggen, wat ze mee kreeg in haar opvoeding: “”ALS JE KUNT HELPEN, MOET JE HELPEN”.
Leen Spaans, oud-voorzitter Stichting Truus Wijsmuller-Meijer
Gedicht Truus Wijsmuller, door Anneke Goddijn
Zie voor meer informatie:
• Wikipedia over Truus Wijsmuller-Meijer
• Facebook-pagina Tante Truus is hier!
Periode
1896– 1978
Over
Ode aan Truus Wijsmuller door Leen Spaans, oud-voorzitter Stichting Truus Wijsmuller-Meijer.
Een van de meest markante vrouwen die ons land gekend heeft. Vanuit een "onverwoestbare liefde voor allen die lijden" heeft zij zich op vele plekken ingezet voor de samenleving.
Truus Wijsmuller
Een van de meest markante vrouwen die ons land gekend heeft. Vanuit een "onverwoestbare liefde voor allen die lijden" heeft zij zich op vele plekken ingezet voor de samenleving.