Ode aan Fannij Adelaar-van GenderingenWie was je?

Lieve Annie,
Eigenlijk weet ik niet of je lief was, ik ga daar maar gewoon van uit. Ik heb je nooit gekend en kan ook bijna niets over je vinden en weet heel weinig over je. Maar misschien vind ik juist daarom wel dat je een ode verdient. Zodat je niet onzichtbaar in de tijd verdwenen bent en blijft.
Ik weet dat je geboren bent op 12 mei 1888 als Fannij van Genderingen en dat je opgegroeid bent in Zutphen. Hopelijk heb je daar een fijne jeugd gehad. Je vader Eleazar (zijn naam wordt in archieven op verschillende manieren gespeld) was er sigarenfabrikant en getrouwd met je moeder Mietje. Je had een 9 jaar oudere broer, Fabian ofwel Fé. Je broertje Louis die 3,5 jaar voor jou geboren werd heb je nooit gekend, omdat hij heel jong overleed.
In februari 1907 ben je op 18-jarige leeftijd uitgeschreven uit Zutphen en vertrokken naar Amsterdam. Zo jong nog. Wat ging je daar doen? Je ouders bleven in Zutphen. Had je familie in Amsterdam waar je kon verblijven of vrienden van je ouders, of ging je helemaal alleen de wijde wereld en grote stad in? Ging je daar studeren of ging je er werken misschien?
Je noemde jezelf Annie in plaats van Fannij. Vanaf wanneer je dat deed weet ik niet, maar in ieder geval gebruikte je die naam begin 1918 al. Was dat omdat je het gewoon een mooiere of modernere naam vond of liet je hiermee je joodse achtergrond of geloof los? Misschien het laatste, want in het bevolkingsregister is je geloof doorgestreept. Uiteindelijk maakte het veel later niets uit of jij je wel of niet joods voelde. Het naziregime hanteerde rechtlijnige selectiemethoden zonder gevoel.
Op Valentijnsdag 1918 trouwde je met Alexander Maurits Adelaar, roepnaam Alex, schoenenwinkelier van beroep. Bestond er toen al zoiets als Valentijnsdag of was 14 februari nog zomaar een datum, niet de dag van de liefde, en is het toeval dat dat je huwelijksdatum was? Was het de mooiste dag van je leven? Droeg je de jurk van je dromen en hoe zag die er dan uit? Kreeg je een bruidsboeket met je lievelingsbloemen en welke bloemen waren dat? Was je gelukkig? En omringd door familie en vrienden die deze dag met jullie vierden? Ging je op huwelijksreis? Of kon daar vanwege de Eerste Wereldoorlog geen sprake van zijn?
Droomde je van een lang en gelukkig huwelijk en samen oud worden? Was Alex je grote liefde? Zag je misschien in de toekomst een huis vol kinderen voor je?
“Ik zou je graag een gezicht willen geven, maar ik heb geen foto van je en geen idee hoe je er uit zag.”
In ieder geval liep het anders. Kinderen kreeg je niet. En in 1927, nog geen 10 jaar na je huwelijk werd Alex opgenomen in joods psychiatrisch ziekenhuis Het Apeldoornsche Bosch waar hij vele jaren later samen met de andere patiënten en het personeel werd afgevoerd door de Duitsers en op 25 januari 1943 vermoord in Auschwitz.
Jij bent niet heel veel later, op 13 maart 1943, vermoord in Sobibor.
Ik zou je graag een gezicht willen geven, maar ik heb geen foto van je en geen idee hoe je er uit zag.
Was je groot of klein? Ik vermoed klein, omdat ik heb gelezen dat je broer dat was. Was je slank of mollig, droeg je een bril of niet, hield je van mooie kleren en had je die ook of had je daar het geld niet voor en was je zuinig op de kledingstukken die je had en misschien zelf handig met naald en draad?
Ergens in mijn zoektocht op internet kwam ik tegen dat je kantoorbediende was. Ik ben benieuwd waar dat was, maar zal dat waarschijnlijk nooit weten. Ik neem aan dat het uit noodzaak was, omdat je jezelf moest onderhouden aangezien je man opgenomen was. Deed je je werk met plezier? Of viel het je zwaar? Hopelijk had je gezellige collega's en een vriendelijke baas. Maar altijd kwam je na je werk thuis in een huis zonder je man en zonder kinderen. Heb je daar vaak in eenzaamheid gehuild of nam je het leven zoals het kwam en droeg je het zonder klagen? Of wie weet had je vriendinnen en heb je met hun heel veel lol gehad, ging je theedrinken in het Americain of naar het theater, bezocht je tentoonstellingen of maakte je uitstapjes buiten de stad.
Het enige adres in Amsterdam waar je gewoond hebt dat mij bekend is is Christiaan de Wetstraat 6 huis. Ik denk niet dat je er alleen woonde, mogelijk woonde je in bij anderen. Zou daar binnen nog iets zijn dat aan je herinnert? Waarschijnlijk niet. Is dit het huis van waaruit je je eindbestemming tegemoet bent gegaan? Ben je er zelf de deur uit gegaan om je te melden of ben je opgehaald en bruut weggevoerd? Is er ergens een stolperstein met je naam? Zouden het huis, de stenen nog weten dat jij er ooit was? Fluisteren ze je naam tijdens de nacht? Je naam die dan door de wind over de stad wordt verspreid.
Periode
1888– 1943
Over
Ode door Elise Buskermolen aan Fannij, of liever Annie Adelaar-van Genderingen.
Zoveel vragen...! We kunnen bijna niets meer over Annie terugvinden. Maar ze mag niet onzichtbaar in de tijd verdwijnen.

Fannij Adelaar-van Genderingen
Zoveel vragen!, we kunnen bijna niets meer over Annie terugvinden. Maar ze mag niet onzichtbaar in de tijd verdwijnen.