Ode aan De diaconessen Rinske en Tjitske BartlemaZonder een echtgenoot en zonder eigen kinderen een gelukkig en rijk leven

De diaconessen Rinske (links) en Tjitske Bartlema (rechts)
Lieve Rinske en Tjitske
Ik bewonder jullie omdat jullie vanuit een rotsvast geloof, zonder zeuren en vol met aandacht en daadkracht deden wat er van jullie werd gevraagd. Dag en nacht stonden jullie klaar voor anderen en dat zal niet altijd makkelijk zijn geweest. Maar jullie vader Pieter leerde jullie bescheiden en opofferingsgezind je weg te gaan en hij kan trots op jullie zijn. Jij Rinske schreef in je brieven over de vreselijke toestanden in de Jordaan. Je had het over verwaarloosde halfnaakte kinderen, over vechtende en krijsende vrouwen en dronken mannen. Daar schrok je niet van; in tegendeel. Je schreef dat je het werk daar zelfs heerlijker vond dan ooit.
Weet dat ik jullie aanwezigheid nog altijd voel. Hoewel ik niet gelovig ben, laaf ik me aan jullie praktische geloofsopvatting. Vrouwelijke nazaten vertelden mij dat ze jullie nog altijd als rolmodellen zien. Jullie hebben, in een tijd waarin dat nog helemaal niet zo vanzelfsprekend was, voorgeleefd dat je ook zonder een echtgenoot en zonder eigen kinderen een gelukkig en rijk leven kan leiden.
Over
Ode van Ellen aan de diaconessen Rinske en Tjitske Bartlema.
Belangeloos en vol liefde hebben zij zich ingezet voor de zieke en hulpbehoevende Amsterdammers.

De diaconessen Rinske en Tjitske Bartlema
Het waren niet uitsluitend Amsterdamse vrouwen die aan het einde van de negentiende eeuw naar Amsterdam trokken met de wens om hun leven in dienst te stellen van de lijdende mensheid. Twee Friese famkes hadden er wel zin in.