Ode aan Anna ReijnvaanOp handen gedragen door verpleegsters en dokters

Jill Ruiter, foto Clara Kroes
Ik schrijf deze ode aan Anna Reijnvaan omdat zij behalve de grondlegster van de moderne verpleegkunde ook een bijzondere Amsterdamse vrouw was, waaraan we nog steeds een voorbeeld kunnen nemen. Anna wist wat ze wilde en hield daaraan vast. Ze ging tegen de gangbare normen van haar tijd in en koos haar eigen weg. Precies zoals een Amsterdammer betaamt.
Johanna (Anna) Paulina werd op 5 april 1844 geboren in de Doelenstraat in Amsterdam als dochter van Cornelia van de Poll en tabakshandelaar Apolonius Johannes Reijnvaan. Zoals gebruikelijk voor een meisje uit de gegoede burgerij kreeg Anna een keurige opvoeding die zich vooral binnenshuis afspeelde. Ze had les van een Franse gouvernante, leerde borduren en musiceren. In de weekenden ging ze per koets uit rijden om met haar familie te flaneren in het zojuist geopende Vondelpark. Alles in het leven van Anna was erop gericht dat ze een keurige jongedame werd, die zou trouwen en kinderen krijgen.
Maar Anna had andere plannen. Ze wilde zich nuttig maken en zieke mensen verzorgen. Als in 1870 de Frans-Duitse oorlog uitbreekt, wil ze erheen om gewonde soldaten te verplegen. Haar vader verbiedt dat. Als jonge, ongetrouwde vrouw kan Anna tegen zo’n verbod niet ingaan maar ze geeft niet op. Ze houdt vast aan haar wens om voor zieke mensen te willen zorgen.
In 1880, Anna is 36 jaar en woont ongetrouwd thuis, gunt haar vader haar ietsje meer vrijheid. Hij stemt ermee in dat ze het diploma van de pas opgerichte opleiding voor lekenverpleegsters mag halen. Met dit diploma op zak, wil Anna ook aan het werk als verpleegster. En deze keer laat ze zich daarvan niet afhouden. Ze bedenkt een plan om tegen de wil van haar vader toch te gaan werken. Het verhaal gaat dat ze stiekem het huis uit sluipt als haar vader slaapt om nachtdiensten te draaien in het particuliere Burgerziekenhuis. Een ziekenhuis dat in die tijd modern en goed georganiseerd is. En juist dat past toch niet helemaal bij Anna. Liever wil ze voor arme mensen zorgen die ziek zijn. In openbare ziekenhuizen, weet Anna, staat de zorg op een laag pitje, het gaat er ruig aan toe en van hygiëne is nauwelijks sprake.
Anna ruilt het Burgerziekenhuis in voor het openbare Binnengasthuis, en daarna voor het Buitengasthuis (het latere Wilhelmina Gasthuis). Als mensen uit haar familie en kennissenkring hiervan horen, zijn ze hevig geschokt. Ze sturen Anna dreigbrieven. Ze eisen dat Anna onmiddellijk stopt met werken omdat zo’n ruwe omgeving niet past bij een vrouw van haar stand. Maar Anna legt de dreigementen naast zich neer. Ze voelt zich juist helemaal op haar plek! Ze besluit zelfs op het ziekenhuisterrein te gaan wonen om zich volledig te kunnen richten op haar werk en carrière. In 1887 staat zij als eerste verpleegkundig-directrice van Nederland voor de taak om een grootscheepse, broodnodige reorganisatie van het Wilhelmina Gasthuis door te voeren en de ziekenzorg te verbeteren. Anna introduceert ziekenhuiskleding voor patiënten en uniformen voor verpleegsters. Ze laat ziekenzalen opvrolijken met planten en bloemen omdat dit een gunstige uitwerking heeft op het genezingsproces van patiënten. Ze verbetert de opleiding en maakt van verpleging een echt beroep. Ze richt samen met Jeltje de Bosch Kemper een vakbond en een maandblad voor verpleegsters op. Ze schrijft artikelen over nieuw verworven inzichten om besmettingen te voorkomen en steriel te werk te gaan.
“Ze ging tegen de gangbare normen van haar tijd in en koos haar eigen weg. Precies zoals een Amsterdammer betaamt.”
Anna Reijnvaan is een actieve vrouw. Ook buiten het ziekenhuis zet ze zich in om de ziekenzorg te verbeteren. Zij is lid van allerlei besturen, van de Amsterdamse Wijkverpleging en de Vereeniging Toevlucht voor Onbehuisden tot de Stichting van Christelijke inrichtingen voor verpleging van zwakzinnigen. Anna ergert zich bovendien mateloos aan het negatieve beeld dat aan het eind van de 19e eeuw bestaat van ongetrouwde vrouwen die verpleegster worden. Om de publieke opinie te beïnvloeden besluit ze een deels autobiografische novelle ‘Zuster Clara. Schetsen uit het leven eener verpleegster in een stedelijk gasthuis’ te schrijven. Het boek verschijnt in 1892 en wordt een groot succes.
Door haar inzet wordt Anna op handen gedragen door verpleegsters en doktoren. In 1895, bij haar twaalf-en-een-half jarig jubileum, wordt een fonds met haar naam opgericht voor verpleegsters die financiële ondersteuning nodig hebben. Een jaar later, op 16 augustus 1896, moet Anna met veel tegenzin vervroegd pensioen aanvragen. “Mijn slechte gezondheid dwingt me het rustiger aan te doen.” Ze is dan 52 jaar. Ze verhuist naar de Eerste Helmersstraat tegenover haar geliefde ziekenhuis. Zo af en toe doet ze er nog vrijwilligerswerk, maar ze is ook bedlegerig. Op 19 oktober 1920 overlijdt ze aan de gevolgen van de Spaanse griep, die wereldwijd tussen de 50 en 100 miljoen slachtoffers heeft geëist en ook in Amsterdam flink huis heeft gehouden. Anna Reijnvaan is 76 jaar oud geworden en na haar dood bijgezet in het familiegraf op Zorgvlied.
Eerbetonen
Op het WG-terrein staat de A. Reijnvaan-flat en haar naam is terug te vinden in het beeldhouwwerk ‘Voor de verpleging’ van Liesbeth Pallesen. In 2023 is er op het WG-terrein ook een herinneringsbord voor Anna Reijnvaan geplaatst door De Zaak Muurbloem. Het is ontworpen door de 15-jarige Jill Ruiter, leerlinge van het Huygens College.
Sinds 1998 heeft Amsterdam UMC een lezing en een prijs naar Anna Reijnvaan vernoemd. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt.
De Zaak Muurbloem – Maak vrouwen zichtbaar - zijn: Annemarieke Weber, Clara Kroes, Maria Duibbeldam, Danielle Havertong en Marianne de Wit.
Over
Ode van De Zaak Muurbloem, Clara Kroes aan Anna Reijnvaan.
De Amsterdamse Anna Reijnvaan koos haar eigen weg. Daarmee inspireert zij ook nu nog vrouwen. Volg je hart en maak je (professionele) dromen waar!

Anna Reijnvaan
Anna was een Nederlandse verpleegster en adjunct-directrice in het Buitengasthuis en in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam,