Create an ode
Nederlands
Persoon op bankje met een poncho over het hoofd

Featured

Homeless in the city

Stories from the street

14 Feb - 1 Jun 2025
Amsterdam Museum on the Amstel

Ode to Meisjes van Piet | De meisjes van Piet

By Anke Visser24 december 2024
Hanna van de Voort, Nico Dohmen, Hansje van Lochem en Piet Meerburg, de studenten die de joodse kinderen naar Limburg brachten, fotograaf onbekend, Collectie Verzetsmuseum Amsterdam

Misschien vreemd om een ode aan moedige Amsterdamse vrouwen te brengen onder deze titel. Maar zo zijn ze de geschiedenis ingegaan, deze jonge vrouwen die Joodse kinderen uit de Crèche aan de Plantage Middenlaan naar onderduikadressen brachten.

Piet in de titel is Piet Meerburg, bekend als (mede)oprichter van de Amsterdamse Studenten Oppascentrale, Studentenbioscoop Kriterion en het Filmmuseum.

Piet legde tijdens de nazi-bezetting met zijn verloofde Hansje van Loghem, Wouter van Zeytveld en diens verloofde Tineke Haak de basis voor de Amsterdamse Studentengroep (ASG). De ASG hield zich bezig met het laten onderduiken van Joodse kinderen, in na-oorlogse bronnen aangeduid als ‘het kinderwerk’.

Tineke en Hansjes bleven niet de enige ‘ASV-meisjes’. Hansje woonde met haar huisgenotes Iet van Dijk, Gisela Söhnlein en Mieke Mees op de Rubensstraat 32. Hun AVSV-dispuutshuis stond tegenover het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD) aan de Euterpestraat. Hansje, Iet, Gisela en Mieke zagen en hoorden dagelijks het geweld waar gearresteerde Joodse landgenoten aan bloot stonden. Zij wilden iets doen.

 

Iet van Dijk, studente geneeskunde en verzetsvrouw in de Tweede Wereldoorlog, collectie Jan van Dijk

Over haar werkzaamheden in het verzet zei Tineke Haak na de oorlog: “Ik heb zuiver en alleen het illegale werk gedaan om de Jodenvervolging.’’

De ASG richtte zich eerst op 'het te vondeling leggen' van Joodse baby's, daarvoor benaderd door de Amsterdamse huisarts Hein Fiedeldeij Dop

Vanaf de zomer van 1942 werkte de ASG voor het laten onderduiken van Joodse kinderen nauw samen met het Utrechts Kindercomité. Gisela Söhnlein was tot haar arrestatie in 1943 de contactpersoon met Utrecht. De eerste stop voor de onderduikertjes was meestal 'Kindjeshaven', de Utrechtse crèche van Trui van Lier en Jet Berdenis van Berlekom. In het Utrechts Kindercomité is Alice Brunner ook actief. Zij zou zich in de loop van 1943 bij de ASG aansluiten.

Anna Gisela Wieberdink-Söhnlein, foto: Roel de Boer, Wikimedia Commons

Na verraad van het kinderwerk in Utrecht in 1943, bouwde de ASG eigen netwerken op in Friesland en Limburg (Tienray). Daarna begon het systematisch wegsmokkelen van Joodse kinderen uit de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg aan de Plantage Middenlaan. Walter Susskind, de beheerder van de Schouwburg, Henriëtte Pimentel, directrice van de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg, en de kinderverzorgsters Sieny Kattenburg en Virrie Cohen zaten in het complot. Net als de directeur van de Hervormde Kweekschool naast de crèche, Johan van der Hulst. Hansje van Loghem en Iet van Dijk waren de ASG-contactpersonen voor de crèche.

Piet Meerburg: 'Het probleem voor mannen was dat je als jongen van eenentwintig jaar buitengewoon kwetsbaar was. Je kon bij wijze van spreken uit de trein geplukt worden om in Duitsland te gaan werken. Dus wij konden heel moeilijk reizen. Bovendien was het vreemd zo'n jongen te zien rondlopen met kinderen en baby’s. Daarom deden Wouter en ik het werk achter de schermen, het organisatorische werk. We gingen wel naar Friesland en naar Limburg waar al onze contacten zaten, maar zo min mogelijk met kinderen. Dat deden de meisjes.' (De Groene, 1998).

De ‘Veldwerksters’ zoals ‘de meisjes’ genoemd werden brachten de kinderen met trein en/of boot naar hun onderduikadressen. De blonde onderduikertjes gingen naar pleeggezinnen in Friesland, de donkere kinderen naar Limburg, zodat zij qua uiterlijk zo min mogelijk opvielen. De kinderen waren voorzien van een 'Rotterdams certificaat' om aan te tonen dat zij overlevers zijn van het bombardement op Rotterdam in de meidagen van 1940. Tineke Haak was een van de vaste contactpersonen tussen de ASG en de Limburgse hulpverleners

Toen Alice Brunner van Utrecht naar Amsterdam verhuisde werd ze actief in de ASG. Ze pikte haar onderduikkinderen op onder de klok van het Centraal Station of op het Rokin. In mei 1944 bracht Alice de Joodse kinderverzorgster Virrie Cohen naar Tienray. In Tienray zorgde kraamverzorgster Hanna van de Voort voor onderduikadressen. 

In de periode 1942-1943 heeft de ASG naar schatting 300-400 Joodse kinderen uit de crèche gesmokkeld. In juli 1943 werden de laatste crèchekinderen, het personeel en directrice Henriëtte Pimentel op transport gesteld via Westerbork naar vernietigingskampen. De Hollandse Schouwburg en de crèche aan de Plantage werden gesloten. 'De meisjes' van de ASG bleven reizen. Ze bezochten de pleeggezinnen maandelijks om hen te voorzien van geld en bonkaarten en om de kijken hoe de pleegkinderen het maakten.

Soms hadden de reizen een ander doel. Toen Hanna van de Voort in augustus 1944 werd opgepakt door de SD, reisde Mieke Mees af om bij de Sicherheitsdienst voor Hanna te pleiten. Na negen dagen van marteling kwam Hanna vrij en werd zij niet op transport gesteld naar vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück.

In november 1944 maakte Iet samen met Mieke de river crossing van bezet Noord-Nederland naar het bevrijde zuiden. Zij hadden een microfilm met de ontwerptekst 'Wetgeving oorlogspleegkinderen' bij zich, Dit wetsontwerp was opgesteld met een vooruitziende blik, want na de oorlog ontstond een felle discussie: blijven de onderduikkinderen bij hun pleegouders of worden zij in Joodse kring opgenomen.

In de periode 1942-1943 heeft de ASG naar schatting 300-400 Joodse kinderen uit de crèche gesmokkeld.

In juli 1943 werden de laatste crèchekinderen, het personeel en directrice Henriëtte Pimentel op transport gesteld via Westerbork naar vernietigingskampen. De Hollandse Schouwburg en de crèche aan de Plantage werden gesloten. 'De meisjes' van de ASG bleven reizen. Ze bezochten de pleeggezinnen maandelijks om hen te voorzien van geld en bonkaarten en om de kijken hoe de pleegkinderen het maakten.

Soms hadden de reizen een ander doel. Toen Hanna van de Voort in augustus 1944 werd opgepakt door de SD, reisde Mieke Mees af om bij de Sicherheitsdienst voor Hanna te pleiten. Na negen dagen van marteling kwam Hanna vrij en werd zij niet op transport gesteld naar vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück.

In november 1944 maakte Iet samen met Mieke de river crossing van bezet Noord-Nederland naar het bevrijde zuiden. Zij hadden een microfilm met de ontwerptekst 'Wetgeving oorlogspleegkinderen' bij zich, Dit wetsontwerp was opgesteld met een vooruitziende blik, want na de oorlog ontstond een felle discussie: blijven de onderduikkinderen bij hun pleegouders of worden zij in Joodse kring opgenomen.

Mieke Mees, studente geneeskunde en verzetsvrouw tijdens de Tweede Wereldoorlog, collectie Verzetsmuseum Amsterdam

‘De meisjes’ hebben na de oorlog niet of nauwelijks over hun verzetswerk gesproken. In zijn publicaties over de Tweede Wereldoorlog schrijft Dr. L. de Jong 'het kinderwerk' toe aan Gezina van der Molen en haar levensgezellin Mies Nolte met hun Trouw-groep. Dit is niet correct. Naast het Utrechts kindercomité en de ASV-groep was in Amsterdam ook de Naamloze Vennootschap actief om Joodse kinderen te redden.

De belangstelling voor het verzetswerk van vrouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog groeit. Zo verscheen in 2018 een biografie van Iet van Dijk, geschreven door haar achterneef. Astrid Sy modelleerde in haar boek ‘Noem geen namen’ haar personage Kaat naar Gisela Sóhnlein.

Sinds 2022 organiseert Atria in de aanloop naar de 4-mei-herdenking een Wiki-schrijfmiddag om onbekende verzetsvrouwen een gezicht te geven: https://atria.nl/agenda/wikivrijdag-verzetsvrouwen-26-april-2024/

De 'meisjes van Piet':

Hannah van Loghem, roepnaam Hansje, (geboren 12 april 1917- ?-? 1983) studente Geschiedenis en verzetsvrouw in de Tweede Wereldoorlog

Hanna van de Voort (Meerlo26 november 1904 - Utrecht26 juli 1956) kraamverzorgster en verzetsvrouw in de Tweede Wereldoorlog.

 

Bronnen:

Onder de klok; georganiseerde hulp aan Joodse kinderen 1942-1945. Bert Jan Flim Uitgeverij Kok Kampen 2012

Johan van Hulst (104) redde honderden Joodse kinderen. Hanneloes Pen in Parool 11 juli 2015

Iet van Dijk. Onbekende Heldin. Irene Overduin in de Leeuwardercourant 25 april 2017.

Iet, Jan J.M. van Dijk, Uitgeverij Pharos 2018.

https://www.bibliotheek.nl/catalogus/titel.417546475.html/iet/ Biografie van de Amsterdamse medicijnenstudente Iet van Dijk (1919-1973) die actief was als verzetsstrijdster tijdens de Tweede Wereldoorlog en ruim honderd joodse kinderen in veiligheid bracht.

Noem geen namen; Astrid Sy. (2021) ISBN: 9789046314296

‘Vervolgd in Limburg’’, van Rens, Herman (2013). Uitgeverij Verloren. ISBN 978-90-8704-353-7.

https://www.groene.nl/artikel/piet-meerburg-kinderredder-we-waren-eigenlijk-te-jong-om-te-beseffen-wat-we-deden

https://nl.wikipedia.org/wiki/Tineke_Haak

https://nl.wikipedia.org/wiki/Hansje_van_Loghem

https://nl.wikipedia.org/wiki/Iet_van_Dijk

https://nl.wikipedia.org/wiki/Gisela_S%C3%B6hnlein

https://nl.wikipedia.org/wiki/Alice_Brunner

https://nl.wikipedia.org/wiki/Mieke_Mees

https://nl.wikipedia.org/wiki/Hanna_Van_de_Voort

Period

1940– 1945

Hanna van de Voort, Nico Dohmen, Hansje van Lochem en Piet Meerburg, de studenten die de joodse kinderen naar Limburg brachten, fotograaf onbekend, Collectie Verzetsmuseum Amsterdam

Meisjes van Piet

Misschien vreemd om een ode aan moedige Amsterdamse vrouwen te brengen onder deze titel. Maar zo zijn ze de geschiedenis ingegaan, deze jonge vrouwen die Joodse kinderen uit de Crèche aan de Plantage Middenlaan naar onderduikadressen brachten.

Tags

Create an ode
  • See & Do
  • Stories & Collection
  • Tickets & Visit
  • Exhibitions
  • Guided tours
  • Families
  • Education
  • News
  • Newsletter
  • Publications
  • AMJournal
  • Woman of Amsterdam

Main Partners

gemeente amsterdam logo
vriendenloterij logo

Main Partner Education

elja foundation logo
  • © Amsterdam Museum 2025